Dwaallichten, kabouters en bokkenrijders

 

Ik heb het geluk gehad om uit een bijzondere en vooral ook grote familie te komen waarin iedereen op zijn eigen manier een beetje buitenissig is. Via mijn moeder en mijn grootvader, langs vaders zijde, kreeg ik de zin mee om mij in beelden uit te drukken. 

In ons huis kon je overal boeken en prenten vinden van kunstenaars die mijn moeder verzamelde.  Vooral in het boek van Johannes Vermeer kon ik als kind uren kijken. Dan kroop ik als het ware door een onzichtbare deur naar zijn fascinerende wereld. Mijn moeder stimuleerde mijn zin voor tekenen en gaf me steeds veel bevestiging als ik mijn fantasiewereld erin uitbeeldde.

Mijn grootvader maakte schilderijen in zijn atelier in de tuin. Zijn huis hing vol met zijn creaties. Hij maakte een keer een kopie van Rembrandts lachende Saskia. Het is een magisch werk alsof het echt spreekt en een ziel heeft. Wij geloofden dat als kind ook echt. 

Toen ik nog een klein meisje was vertelde mijn jongste oom me dat hij een Hobbit in huis had die allerlei klusjes voor hem deed. Het volstond om een bordje melk en een boterham in de bergkast te zetten en dan even te wachten. Dat hebben mijn vader en ik toen gedaan. De week daarna had de hobbit voor mij poppenkleertjes gemaakt. Ze lagen naast het lege bordje in de kast. 

De zomers in onze familie werden ieder jaar opgeluisterd door een reuze barbecue in de tuin van mijn tante uit Limburg. Hier vierden we de verjaardag van mijn grootvader. Omdat mijn oom in het openlucht museum van Bokrijk werkte als architect, mochten wij daar als het avond werd gratis naartoe. De verhalen die mijn vader en ooms toen vertelden als de nevel boven het gras opkwam waren voor mij als kind fascinerend. Ze vertelden over dwaallichten, kabouters, witte wieven, nevelgeesten, bokkenrijders, koetsen met geesten van lang vervlogen tijden en nog veel meer…

Vele jaren daarna kwam ook onze stiefmoeder in mijn leven. Zij bracht me de liefde voor de spiritualiteit in de natuur bij. Met bomen praten en knuffelen en magische plekjes in het bos opzoeken. Het is haar alledaagse werkelijkheid. 

Ik denk dat al deze mensen mij gemaakt hebben tot wie ik nu ben. De liefde voor wezens die je alleen kan zien als je een klein deurtje in je ziel openzet. Als je je perceptie verbreedt en je op een frequentie afstemt uit een magisch veld dat op verborgen plaatsen overal om je heen te vinden is.  

Toen ik jaren later op de academie begon les te geven, kwam ook Shelley in mijn leven. Meteen maakten we een ontzettende klik. Shelley begreep meteen waar ik mee bezig was. We stemden onze lessen op elkaar af en zitten nu nog steeds helemaal op dezelfde golflengte. Toen ze mij vroeg om samen met haar een boek te maken heb ik geen moment getwijfeld.